Vertaling van verbreiden
Inhoud:
Nederlands
Nederlands
verspreiden, verbreiden, afgeven {ww.}
verspreiden
verbreiden
afgeven {ww.}
verbreiden
afgeven {ww.}
Een klein bosbrandje kan zich makkelijk verspreiden en snel een grote vuurzee worden.
Een klein bosbrandje kan zich makkelijk verspreiden en snel een grote vuurzee worden.
verspreiden, verbreiden {ww.}
verspreiden
verbreiden {ww.}
verbreiden {ww.}
pousseren, lanceren, verbreiden {ww.}
pousseren
lanceren
verbreiden {ww.}
lanceren
verbreiden {ww.}