Vertaling van sappelen
Inhoud:
Nederlands
Nederlands
inspannen, ploegen, sloven, sappelen, ploeteren, beulen {ww.}
inspannen
ploegen
sloven
sappelen
ploeteren
beulen {ww.}
ploegen
sloven
sappelen
ploeteren
beulen {ww.}
ik beul
jij beult
hij/zij/het beult
ik span in
jij spant in
hij/zij/het spant in
» meer vervoegingen van inspannen