Vertaling van schaften

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
schaften {ww.}
schaften {ww.}

ik schaft
jij schaft
hij/zij/het schaft

ik schaft
jij schaft
hij/zij/het schaft
» meer vervoegingen van schaften

schaften {ww.}
schaften {ww.}

ik schaft
jij schaft
hij/zij/het schaft

ik schaft
jij schaft
hij/zij/het schaft
» meer vervoegingen van schaften

leveren, schaffen, verstrekken, toereiken, fourneren, verschaffen {ww.}
leveren
schaffen
verstrekken
toereiken
fourneren
verschaffen {ww.}

ik fourneerde
jij fourneerde
hij/zij/het fourneerde

ik leverde
jij leverde
hij/zij/het leverde
» meer vervoegingen van leveren

We zouden de doodstraf af moeten schaffen.
We zouden de doodstraf af moeten schaffen.
Je kan er rekenen dat we de volgende keer een betere service zullen leveren.
Je kan er rekenen dat we de volgende keer een betere service zullen leveren.
schaft [m] (de ~), schoft, schafttijd [m] (de ~) {zn.}
schaft [m] (de ~)
schoft
schafttijd [m] (de ~) {zn.}


Gerelateerd aan schaften

leveren - schaffen - verstrekken - toereiken - fourneren - verschaffen - schaft - schoft - schafttijdlunchen - geven - veroorzaken - produceren - lunchpauze