Vertaling van scheiden

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
scheiden {ww.}
scheiden {ww.}

ik scheid
jij scheidt
hij/zij/het scheidt

ik scheid
jij scheidt
hij/zij/het scheidt
» meer vervoegingen van scheiden

Ik wil niet scheiden.
Ik wil niet scheiden.
Kan je fantasie en realiteit niet van elkaar scheiden?
Kan je fantasie en realiteit niet van elkaar scheiden?
scheiden {ww.}
scheiden {ww.}

ik scheid
jij scheidt
hij/zij/het scheidt

ik scheid
jij scheidt
hij/zij/het scheidt
» meer vervoegingen van scheiden

Kan je fantasie en realiteit niet van elkaar scheiden?
Kan je fantasie en realiteit niet van elkaar scheiden?
scheiden, schiften, afscheiden, afzonderen {ww.}
scheiden
schiften
afscheiden
afzonderen {ww.}

ik scheid af
jij scheidt af
hij/zij/het scheidt af

ik scheid
jij scheidt
hij/zij/het scheidt
» meer vervoegingen van scheiden

scheiden {ww.}
scheiden {ww.}

ik scheid
jij scheidt
hij/zij/het scheidt

ik scheid
jij scheidt
hij/zij/het scheidt
» meer vervoegingen van scheiden

scheiden, zich verspreiden, vaneengaan, uiteengaan {ww.}
scheiden
zich verspreiden
vaneengaan
uiteengaan {ww.}

ik scheid
jij scheidt
hij/zij/het scheidt

ik scheid
jij scheidt
hij/zij/het scheidt
» meer vervoegingen van scheiden



Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Nederlands

Ik wil niet scheiden.

Ik wil niet scheiden.

Kan je fantasie en realiteit niet van elkaar scheiden?

Kan je fantasie en realiteit niet van elkaar scheiden?

Kan je fantasie en realiteit niet van elkaar scheiden?

Kan je fantasie en realiteit niet van elkaar scheiden?


Gerelateerd aan scheiden

schiften - afscheiden - afzonderen - zich verspreiden - vaneengaan - uiteengaan