Vertaling van schenden
Inhoud:
Nederlands
Nederlands
schenden, ontmaagden, ontwijden, onteren {ww.}
schenden
ontmaagden
ontwijden
onteren {ww.}
ontmaagden
ontwijden
onteren {ww.}
ik onteer
jij onteert
hij/zij/het onteert
ik schend
jij schendt
hij/zij/het schendt
» meer vervoegingen van schenden
beschadigen, toetakelen, stukmaken, schenden, havenen, bederven {ww.}
beschadigen
toetakelen
stukmaken
schenden
havenen
bederven {ww.}
toetakelen
stukmaken
schenden
havenen
bederven {ww.}
ik bederf
jij bederft
hij/zij/het bederft
ik beschadig
jij beschadigt
hij/zij/het beschadigt
» meer vervoegingen van beschadigen
Beschadigde mensen beschadigen mensen.
Beschadigde mensen beschadigen mensen.
overtreden, veronachtzamen, schenden {ww.}
overtreden
veronachtzamen
schenden {ww.}
veronachtzamen
schenden {ww.}
ik overtreed
jij overtreedt
hij/zij/het overtreedt
ik overtreed
jij overtreedt
hij/zij/het overtreedt
» meer vervoegingen van overtreden
Niet kennen van de wet is geen geldig excuus om de wet te overtreden
Niet kennen van de wet is geen geldig excuus om de wet te overtreden
verontheiligen, schenden, ontwijden, profaneren, ontheiligen {ww.}
verontheiligen
schenden
ontwijden
profaneren
ontheiligen {ww.}
schenden
ontwijden
profaneren
ontheiligen {ww.}
ik ontheilig
jij ontheiligt
hij/zij/het ontheiligt
ik verontheilig
jij verontheiligt
hij/zij/het verontheiligt
» meer vervoegingen van verontheiligen
breken, doorbreken, verbreken, stukbreken, schenden, afbreken {ww.}
breken
doorbreken
verbreken
stukbreken
schenden
afbreken {ww.}
doorbreken
verbreken
stukbreken
schenden
afbreken {ww.}
ik breek af
jij breekt af
hij/zij/het breekt af
ik breek
jij breekt
hij/zij/het breekt
» meer vervoegingen van breken
Zij probeerden het vijandelijk front te doorbreken.
Zij probeerden het vijandelijk front te doorbreken.
Je moet je beloftes niet breken.
Je moet je beloftes niet breken.