Vertaling van simpel

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
eenvoudig, enkelvoudig, simpel {bn.}
eenvoudig
enkelvoudig
simpel {bn.}
flauw, dom, onnozel, simpel, stompzinnig {bn.}
flauw
dom
onnozel
simpel
stompzinnig {bn.}
sober, eenvoudig, simpel {bn.}
sober
eenvoudig
simpel {bn.}
dommig, ezelachtig, naïef, oenig, onbenullig, schaapachtig, onnozel, simpel {bn.}
dommig
ezelachtig
naïef
oenig
onbenullig
schaapachtig
onnozel
simpel {bn.}
ongecompliceerd, eenvoudig, simpel {bn.}
ongecompliceerd
eenvoudig
simpel {bn.}


Gerelateerd aan simpel

eenvoudig - enkelvoudig - flauw - dom - onnozel - stompzinnig - sober - dommig - ezelachtig - naïef - oenig - onbenullig - schaapachtig - ongecompliceerdgladjes