Vertaling van spit

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
spit, lendepijn {zn.}
spit
lendepijn {zn.}
grill, spit, braadspit [o] {zn.}
grill
spit
braadspit [o] {zn.}
graven, woelen, spitten {ww.}
graven
woelen
spitten {ww.}

ik graaf
jij graaft
hij/zij/het graaft

ik graaf
jij graaft
hij/zij/het graaft
» meer vervoegingen van graven

Op een mooie lentedag, toen Jan in de zandbak in de achtertuin aan het graven was, vond hij een klein doosje. In het doosje zat een blinkende stiletto met een geheimzinnig…
Op een mooie lentedag, toen Jan in de zandbak in de achtertuin aan het graven was, vond hij een klein doosje. In het doosje zat een blinkende stiletto met een geheimzinnig…
spitten {ww.}
spitten {ww.}

ik spit
jij spit
hij/zij/het spit

ik spit
jij spit
hij/zij/het spit
» meer vervoegingen van spitten

lumbago [m] (de ~), verschot [o] (het ~), spit [m] (de/het ~) {zn.}
lumbago [m] (de ~)
verschot [o] (het ~)
spit [m] (de/het ~) {zn.}
braadspit, spit [o] (het ~) {zn.}
braadspit
spit [o] (het ~) {zn.}
spitten {ww.}
spitten {ww.}

ik spit
jij spit
hij/zij/het spit

ik spit
jij spit
hij/zij/het spit
» meer vervoegingen van spitten



Gerelateerd aan spit

lendepijn - grill - braadspit - graven - woelen - spitten - lumbago - verschotpijn - pin - graven