Vertaling van structureren
Inhoud:
Nederlands
Nederlands
schikken, rangschikken, structureren, ordenen {ww.}
schikken
rangschikken
structureren
ordenen {ww.}
rangschikken
structureren
ordenen {ww.}
ik orden
jij ordent
hij/zij/het ordent
ik schik
jij schikt
hij/zij/het schikt
» meer vervoegingen van schikken