Vertaling van stuwen
Inhoud:
Nederlands
Nederlands
stuwen, verstouwen, stouwen {ww.}
stuwen
verstouwen
stouwen {ww.}
verstouwen
stouwen {ww.}
ik stouw
jij stouwt
hij/zij/het stouwt
ik stuw
jij stuwt
hij/zij/het stuwt
» meer vervoegingen van stuwen
stuwen, voortstuwen, opduwen {ww.}
stuwen
voortstuwen
opduwen {ww.}
voortstuwen
opduwen {ww.}
ik duw op
jij duwt op
hij/zij/het duwt op
ik stuw
jij stuwt
hij/zij/het stuwt
» meer vervoegingen van stuwen
stuwen {ww.}
stuwen {ww.}
ik stuw
jij stuwt
hij/zij/het stuwt
ik stuw
jij stuwt
hij/zij/het stuwt
» meer vervoegingen van stuwen
stuwen {ww.}
stuwen {ww.}
ik stuw
jij stuwt
hij/zij/het stuwt
ik stuw
jij stuwt
hij/zij/het stuwt
» meer vervoegingen van stuwen
belemmeren, versperren, stuwen, afsluiten, afdammen {ww.}
belemmeren
versperren
stuwen
afsluiten
afdammen {ww.}
versperren
stuwen
afsluiten
afdammen {ww.}
ik dam af
jij damt af
hij/zij/het damt af
ik belemmer
jij belemmert
hij/zij/het belemmert
» meer vervoegingen van belemmeren
Niets zal mijn snood plan belemmeren.
Niets zal mijn snood plan belemmeren.
Niets zal mijn snood plan belemmeren.
Niets zal mijn snood plan belemmeren.
stuw {zn.}
stuw {zn.}