Vertaling van versperren
Inhoud:
Nederlands
Nederlands
versperren, barricaderen {ww.}
versperren
barricaderen {ww.}
barricaderen {ww.}
ik barricadeer
jij barricadeert
hij/zij/het barricadeert
ik versper
jij verspert
hij/zij/het verspert
» meer vervoegingen van versperren
belemmeren, versperren, stuwen, afsluiten, afdammen {ww.}
belemmeren
versperren
stuwen
afsluiten
afdammen {ww.}
versperren
stuwen
afsluiten
afdammen {ww.}
ik dam af
jij damt af
hij/zij/het damt af
ik belemmer
jij belemmert
hij/zij/het belemmert
» meer vervoegingen van belemmeren
Niets zal mijn snood plan belemmeren.
Niets zal mijn snood plan belemmeren.
Niets zal mijn snood plan belemmeren.
Niets zal mijn snood plan belemmeren.
blokkeren, versperren {ww.}
blokkeren
versperren {ww.}
versperren {ww.}
ik blokkeer
jij blokkeert
hij/zij/het blokkeert
ik blokkeer
jij blokkeert
hij/zij/het blokkeert
» meer vervoegingen van blokkeren