Vertaling van tweespalt

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
ruzie [v], strijd, herrie [v], tweespalt, onmin, mot, geschil {zn.}
ruzie [v]
strijd
herrie [v]
tweespalt
onmin
mot
geschil {zn.}
Hij klaagde over de herrie.
Hij klaagde over de herrie.
Hij hunkert altijd naar ruzie.
Hij hunkert altijd naar ruzie.
tweedracht [m] (de ~), verscheurdheid [v] (de ~), verdeeldheid [v] (de ~), tweespalt [m] (de ~), partijschap {zn.}
tweedracht [m] (de ~)
verscheurdheid [v] (de ~)
verdeeldheid [v] (de ~)
tweespalt [m] (de ~)
partijschap {zn.}
De kleinen groeien door eendracht, de grootsten gaan ten onder door tweedracht
De kleinen groeien door eendracht, de grootsten gaan ten onder door tweedracht


Gerelateerd aan tweespalt

ruzie - strijd - herrie - onmin - mot - geschil - tweedracht - verscheurdheid - verdeeldheid - partijschapmeningsverschil