Vertaling van verband

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
verband, context [m], zinsverband, samenhang {zn.}
verband
context [m]
zinsverband
samenhang {zn.}
Dat hangt af van de context.
Dat hangt af van de context.
De naam van Darwin staat in verband met "De oorsprong der soorten".
De naam van Darwin staat in verband met "De oorsprong der soorten".
verband, zwachtel {zn.}
verband
zwachtel {zn.}
verband {zn.}
verband {zn.}
verkeer, verband, verstandhouding [v], verhouding [v], omgang [m], betrekking [v] {zn.}
verkeer
verband
verstandhouding [v]
verhouding [v]
omgang [m]
betrekking [v] {zn.}
Heb je een goede verstandhouding met je baas?
Heb je een goede verstandhouding met je baas?
Ik hou niet van het verkeer.
Ik hou niet van het verkeer.
verband [o] (het ~), bandage [v] (de ~) {zn.}
verband [o] (het ~)
bandage [v] (de ~) {zn.}
verband [o] (het ~) {zn.}
verband [o] (het ~) {zn.}
verband [o] (het ~), contract [o] (het ~) {zn.}
verband [o] (het ~)
contract [o] (het ~) {zn.}
Ik moet de borg voor de aanvang van het contract betalen.
Ik moet de borg voor de aanvang van het contract betalen.