Vertaling van verhandelen
Inhoud:
Nederlands
Nederlands
behandelen, verhandelen {ww.}
behandelen
verhandelen {ww.}
verhandelen {ww.}
ik behandel
jij behandelt
hij/zij/het behandelt
ik behandel
jij behandelt
hij/zij/het behandelt
» meer vervoegingen van behandelen
Een aangetaste tand/kies behandelen.
Een aangetaste tand/kies behandelen.
Laten we het tweede probleem behandelen, goed?
Laten we het tweede probleem behandelen, goed?
verkopen, wegdoen, vervreemden, verhandelen, tappen, overdoen {ww.}
verkopen
wegdoen
vervreemden
verhandelen
tappen
overdoen {ww.}
wegdoen
vervreemden
verhandelen
tappen
overdoen {ww.}
ik doe over
jij doet over
hij/zij/het doet over
ik verkoop
jij verkoopt
hij/zij/het verkoopt
» meer vervoegingen van verkopen
Ik ga mijn huis verkopen.
Ik ga mijn huis verkopen.
Verkopen ze schriften in die winkel?
Verkopen ze schriften in die winkel?
doen, verhandelen {ww.}
doen
verhandelen {ww.}
verhandelen {ww.}
ik doe
jij doet
hij/zij/het doet
ik doe
jij doet
hij/zij/het doet
» meer vervoegingen van doen
Wat moet ik doen?
Wat moet ik doen?
Laat ons meer doen.
Laat ons meer doen.