Vertaling van verkoelen

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
verkoelen {ww.}
verkoelen {ww.}

ik verkoel
jij verkoelt
hij/zij/het verkoelt

ik verkoel
jij verkoelt
hij/zij/het verkoelt
» meer vervoegingen van verkoelen

verkoelen, koud worden {ww.}
verkoelen
koud worden {ww.}

ik verkoel
jij verkoelt
hij/zij/het verkoelt

ik verkoel
jij verkoelt
hij/zij/het verkoelt
» meer vervoegingen van verkoelen

verkoelen, koelen {ww.}
verkoelen
koelen {ww.}

ik koel
jij koelt
hij/zij/het koelt

ik verkoel
jij verkoelt
hij/zij/het verkoelt
» meer vervoegingen van verkoelen

bekoelen, verkoelen, luwen, verkillen {ww.}
bekoelen
verkoelen
luwen
verkillen {ww.}

ik bekoel
jij bekoelt
hij/zij/het bekoelt

ik bekoel
jij bekoelt
hij/zij/het bekoelt
» meer vervoegingen van bekoelen

koelen, afkoelen, verkoelen {ww.}
koelen
afkoelen
verkoelen {ww.}

ik koel af
jij koelt af
hij/zij/het koelt af

ik koel
jij koelt
hij/zij/het koelt
» meer vervoegingen van koelen



Gerelateerd aan verkoelen

koud worden - koelen - bekoelen - luwen - verkillen - afkoelenachteruitlopen - veranderen