Vertaling van bekoelen
Inhoud:
Nederlands
Nederlands
bekoelen {ww.}
bekoelen {ww.}
ik bekoel
jij bekoelt
hij/zij/het bekoelt
ik bekoel
jij bekoelt
hij/zij/het bekoelt
» meer vervoegingen van bekoelen
bekoelen, verkoelen, luwen, verkillen {ww.}
bekoelen
verkoelen
luwen
verkillen {ww.}
verkoelen
luwen
verkillen {ww.}
ik bekoel
jij bekoelt
hij/zij/het bekoelt
ik bekoel
jij bekoelt
hij/zij/het bekoelt
» meer vervoegingen van bekoelen
uitwoeden, uitrazen, tot rust komen, luwen, bekoelen, bedaren {ww.}
uitwoeden
uitrazen
tot rust komen
luwen
bekoelen
bedaren {ww.}
uitrazen
tot rust komen
luwen
bekoelen
bedaren {ww.}
ik bedaar
jij bedaart
hij/zij/het bedaart
ik raas uit
jij raast uit
hij/zij/het raast uit
» meer vervoegingen van uitrazen