Vertaling van vernemen
Inhoud:
Nederlands
Nederlands
vernemen {ww.}
vernemen {ww.}
ik verneem
jij verneemt
hij/zij/het verneemt
ik verneem
jij verneemt
hij/zij/het verneemt
» meer vervoegingen van vernemen
horen, verstaan, vernemen {ww.}
horen
verstaan
vernemen {ww.}
verstaan
vernemen {ww.}
ik hoor
jij hoort
hij/zij/het hoort
ik hoor
jij hoort
hij/zij/het hoort
» meer vervoegingen van horen
Ze horen bij mij.
Ze horen bij mij.
Kun je me horen?
Kun je me horen?
merken, bemerken, waarnemen, vernemen, gewaar worden {ww.}
merken
bemerken
waarnemen
vernemen
gewaar worden {ww.}
bemerken
waarnemen
vernemen
gewaar worden {ww.}
ik bemerk
jij bemerkt
hij/zij/het bemerkt
ik merk
jij merkt
hij/zij/het merkt
» meer vervoegingen van merken
Het begin van je behoud is het bemerken van je fout
Het begin van je behoud is het bemerken van je fout
Ze heeft op alles en iedereen iets aan te merken.
Ze heeft op alles en iedereen iets aan te merken.
horen, vernemen {ww.}
horen
vernemen {ww.}
vernemen {ww.}
ik hoor
jij hoort
hij/zij/het hoort
ik hoor
jij hoort
hij/zij/het hoort
» meer vervoegingen van horen
Ik wil geen klachten horen.
Ik wil geen klachten horen.
We horen je vaak zingen.
We horen je vaak zingen.
horen, vernemen {ww.}
horen
vernemen {ww.}
vernemen {ww.}
ik hoor
jij hoort
hij/zij/het hoort
ik hoor
jij hoort
hij/zij/het hoort
» meer vervoegingen van horen
Ik kan u nauwelijks horen.
Ik kan u nauwelijks horen.