Vertaling van verslaan
tot rust brengen
sussen
temmen
stillen {ww.}
ik stil
jij stilt
hij/zij/het stilt
ik versla
jij verslaat
hij/zij/het verslaat
» meer vervoegingen van verslaan
verschalen {ww.}
hij/zij/het verschaalt
zij verschalen
ik versla
hij/zij/het verslaat
zij verslaan
ik versla
» meer vervoegingen van verslaan
verslag uitbrengen
melden
overbrengen
aanbrengen {ww.}
ik breng aan
jij brengt aan
hij/zij/het brengt aan
ik versla
jij verslaat
hij/zij/het verslaat
» meer vervoegingen van verslaan
verschalen {ww.}
hij/zij/het verschaalt
zij verschalen
ik versla
hij/zij/het verslaat
zij verslaan
ik versla
» meer vervoegingen van verslaan
verslaan
bevangen
zegevieren {ww.}
ik bevang
jij bevangt
hij/zij/het bevangt
ik overwin
jij overwint
hij/zij/het overwint
» meer vervoegingen van overwinnen
Voorbeelden in zinsverband
Laten we Japan verslaan!
Laten we Japan verslaan!
Ik denk niet dat je mij kunt verslaan.
Ik denk niet dat je mij kunt verslaan.
Ik denk dat het onmogelijk is dat wij hem verslaan.
Ik denk dat het onmogelijk is dat wij hem verslaan.
Als het op snurken aankomt kan niemand meneer Snurk verslaan.
Als het op snurken aankomt kan niemand meneer Snurk verslaan.