Vertaling van verzorgen
behartigen {ww.}
ik behartig
jij behartigt
hij/zij/het behartigt
ik verzorg
jij verzorgt
hij/zij/het verzorgt
» meer vervoegingen van verzorgen
zorgen voor
verplegen {ww.}
ik verpleeg
jij verpleegt
hij/zij/het verpleegt
ik verzorg
jij verzorgt
hij/zij/het verzorgt
» meer vervoegingen van verzorgen
oppassen {ww.}
ik pas op
jij past op
hij/zij/het past op
ik verzorg
jij verzorgt
hij/zij/het verzorgt
» meer vervoegingen van verzorgen
oppassen {ww.}
ik pas op
jij past op
hij/zij/het past op
ik verzorg
jij verzorgt
hij/zij/het verzorgt
» meer vervoegingen van verzorgen
regelen
inrichten
arrangeren {ww.}
ik arrangeer
jij arrangeert
hij/zij/het arrangeert
ik verzorg
jij verzorgt
hij/zij/het verzorgt
» meer vervoegingen van verzorgen
Voorbeelden in zinsverband
Verplegers verzorgen zieken.
Verplegers verzorgen zieken.
Ze moest haar zus verzorgen.
Ze moest haar zus verzorgen.