Vertaling van vloeien
Inhoud:
Nederlands
Nederlands
lopen, vloeien, vlieten, stromen {ww.}
lopen
vloeien
vlieten
stromen {ww.}
vloeien
vlieten
stromen {ww.}
ik loop
jij loopt
hij/zij/het loopt
ik loop
jij loopt
hij/zij/het loopt
» meer vervoegingen van lopen
Kan je lopen?
Kan je lopen?
De baby kan lopen.
De baby kan lopen.
vloeien {zn.}
vloeien {zn.}
lopen, vloeien {ww.}
lopen
vloeien {ww.}
vloeien {ww.}
ik loop
jij loopt
hij/zij/het loopt
ik loop
jij loopt
hij/zij/het loopt
» meer vervoegingen van lopen
Hij kan niet meer lopen.
Hij kan niet meer lopen.
Niet lezen tijdens het lopen.
Niet lezen tijdens het lopen.