Vertaling van voort

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
naar voren, voorover, vooruit, voort, voorwaarts {bw.}
naar voren
voorover
vooruit
voort
voorwaarts {bw.}
heen, over, vandoor, verwijderd, voort, weg {bw.}
heen
over
vandoor
verwijderd
voort
weg {bw.}
voortbewegen {ww.}
voortbewegen {ww.}

ik beweeg voort
ik bewoog voort
jij beweegt voort

ik beweeg voort
ik bewoog voort
jij beweegt voort
» meer vervoegingen van voortbewegen

voortborduren, doorborduren {ww.}
voortborduren
doorborduren {ww.}

ik borduur door
ik borduurde door
jij borduurt door

ik borduur voort
ik borduurde voort
jij borduurt voort
» meer vervoegingen van voortborduren

voortbewegen {ww.}
voortbewegen {ww.}

ik beweeg voort
ik bewoog voort
jij beweegt voort

ik beweeg voort
ik bewoog voort
jij beweegt voort
» meer vervoegingen van voortbewegen

voortbewegen {ww.}
voortbewegen {ww.}

ik beweeg voort
ik bewoog voort
jij beweegt voort

ik beweeg voort
ik bewoog voort
jij beweegt voort
» meer vervoegingen van voortbewegen



Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Nederlands

Sterken brengen sterken voort

Sterken brengen sterken voort

IJverig werk gaat voort

IJverig werk gaat voort


Gerelateerd aan voort

naar voren - voorover - vooruit - voorwaarts - heen - over - vandoor - verwijderd - weg - voortbewegen - voortborduren - doorbordurenspreken - voortgaan - bewegen - verroeren