Vertaling van over
over
vandoor
verwijderd
voort
weg {bw.}
meer dan
over
ruim
aangaande
betreffende
met
over
van
in {vz.}
over
resterend {bn.}
over
overheen
over ... heen {vz.}
achter
na
na verloop van
over {vz.}
boven
over {vz.}
Voorbeelden in zinsverband
Weten ze over ons?
Weten ze over ons?
Ze spraken over liefde.
Ze spraken over liefde.
Over mijn lijk!
Over mijn lijk!
Steek de straat over.
Steek de straat over.
Over m'n lijk!
Over m'n lijk!
Italianen praten zelden over politiek.
Italianen praten zelden over politiek.
Hij weet veel over dieren.
Hij weet veel over dieren.
Dit boek gaat over China.
Dit boek gaat over China.
Tom stak de straat over.
Tom stak de straat over.
Tranen liepen over mijn wangen.
Tranen liepen over mijn wangen.
Klaagt Tom vaak over rugpijn?
Klaagt Tom vaak over rugpijn?
Over een week of twee.
Over een week of twee.
Waar gaat dit boek over?
Waar gaat dit boek over?
Tranen biggelden over haar wangen.
Tranen biggelden over haar wangen.
Ik weet niets over hem.
Ik weet niets over hem.