Vertaling van vooruitspringen

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
vooruitspringen {ww.}
vooruitspringen {ww.}

ik zal vooruitspringen
jij zult vooruitspringen
hij/zij/het zal vooruitspringen

ik zal vooruitspringen
jij zult vooruitspringen
hij/zij/het zal vooruitspringen
» meer vervoegingen van vooruitspringen

uitstaan, vooruitsteken, vooruitspringen, uitsteken, uitspringen {ww.}
uitstaan
vooruitsteken
vooruitspringen
uitsteken
uitspringen {ww.}

ik zal uitspringen
jij zult uitspringen
hij/zij/het zal uitspringen

ik zal uitstaan
jij zult uitstaan
hij/zij/het zal uitstaan
» meer vervoegingen van uitstaan

Ik kan de pijn niet meer uitstaan.
Ik kan de pijn niet meer uitstaan.
Ik kan dit hete weer niet uitstaan.
Ik kan dit hete weer niet uitstaan.


Gerelateerd aan vooruitspringen

uitstaan - vooruitsteken - uitsteken - uitspringenspringen