Vertaling van vraagstuk

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
probleem, opgave [v], vraagstuk, vraagpunt {zn.}
probleem
opgave [v]
vraagstuk
vraagpunt {zn.}
Probleem opgelost!
Probleem opgelost!
Geen probleem!
Geen probleem!
vraag [m] (de ~), probleem [o] (het ~), kwestie [v] (de ~), vraagstuk [o] (het ~) {zn.}
vraag [m] (de ~)
probleem [o] (het ~)
kwestie [v] (de ~)
vraagstuk [o] (het ~) {zn.}
Geen probleem.
Geen probleem.
Is er een probleem?
Is er een probleem?
probleem [o] (het ~), vraagstuk [o] (het ~) {zn.}
probleem [o] (het ~)
vraagstuk [o] (het ~) {zn.}
Ze bespreken het probleem.
Ze bespreken het probleem.


Gerelateerd aan vraagstuk

probleem - opgave - vraagpunt - vraag - kwestietroubles - opgave - probleemgebied