Vertaling van warrelen
Inhoud:
Nederlands
Nederlands
zwirrelen, dwarrelen, wervelen, warrelen, kolken {ww.}
zwirrelen
dwarrelen
wervelen
warrelen
kolken {ww.}
dwarrelen
wervelen
warrelen
kolken {ww.}
hij/zij/het dwarrelt
zij dwarrelen
hij/zij/het kolkt
hij/zij/het zwirrelt
zij zwirrelen
hij/zij/het zwirrelt
» meer vervoegingen van zwirrelen
neerdwarrelen, warrelen, dwarrelen {ww.}
neerdwarrelen
warrelen
dwarrelen {ww.}
warrelen
dwarrelen {ww.}
hij/zij/het dwarrelt
zij dwarrelen
hij/zij/het dwarrelt neer
hij/zij/het dwarrelt neer
zij dwarrelen neer
hij/zij/het dwarrelt neer
» meer vervoegingen van neerdwarrelen