Vertaling van wicht
Inhoud:
Nederlands
Nederlands
kind , wicht {zn.}
kind
wicht {zn.}
wicht {zn.}
Het kind schilderde bloemen.
Het kind schilderde bloemen.
Ik ben enig kind.
Ik ben enig kind.
gewicht, zwaarte, wicht {zn.}
gewicht
zwaarte
wicht {zn.}
zwaarte
wicht {zn.}
Ik heb geen gewicht verloren.
Ik heb geen gewicht verloren.
Ik heb een beetje gewicht verloren.
Ik heb een beetje gewicht verloren.
mijt, wicht {zn.}
mijt
wicht {zn.}
wicht {zn.}
gewicht, wicht {zn.}
gewicht
wicht {zn.}
wicht {zn.}
Probeer gewicht te verliezen door te joggen.
Probeer gewicht te verliezen door te joggen.
Het ijs zal breken onder je gewicht.
Het ijs zal breken onder je gewicht.
meisje , meid , wicht, griet {zn.}
meisje
meid
wicht
griet {zn.}
meid
wicht
griet {zn.}
Meid, wat heb je toch prachtig haar.
Meid, wat heb je toch prachtig haar.
Het meisje springt.
Het meisje springt.