Vertaling van zakelijk

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
zakelijk {bn.}
zakelijk {bn.}
zakelijk {bn.}
zakelijk {bn.}
beknopt, bondig, kernachtig, kort, summier, zakelijk {bn.}
beknopt
bondig
kernachtig
kort
summier
zakelijk {bn.}
objectief, zakelijk {bn.}
objectief
zakelijk {bn.}
theoretisch, papieren, academisch, koel, nuchter, zakelijk {bn.}
theoretisch
papieren
academisch
koel
nuchter
zakelijk {bn.}
schools, koel, nuchter, zakelijk {bn.}
schools
koel
nuchter
zakelijk {bn.}
universitair, academisch, wetenschappelijk, koel, nuchter, zakelijk {bn.}
universitair
academisch
wetenschappelijk
koel
nuchter
zakelijk {bn.}