Vertaling van zinken

Inhoud:

Nederlands

zinken, in verval zijn, aan lager wal raken {ww.}

zinken
in verval zijn
aan lager wal raken {ww.}

ik zink
jij zinkt
hij/zij/het zinkt

ik zink
jij zinkt
hij/zij/het zinkt
» meer vervoegingen van zinken

Ze brachten tien vijandelijke schepen tot zinken.

Geschud door de golven, maar zij zal niet zinken

zinken, onderduiken, duiken {ww.}

zinken
onderduiken
duiken {ww.}

ik duik
jij duikt
hij/zij/het duikt

ik zink
jij zinkt
hij/zij/het zinkt
» meer vervoegingen van zinken

zinken, aan de grond raken {ww.}

zinken
aan de grond raken {ww.}

ik zink
jij zinkt
hij/zij/het zinkt

ik zink
jij zinkt
hij/zij/het zinkt
» meer vervoegingen van zinken

zinken, verworden, ontaarden, verbasteren, degenereren {ww.}

zinken
verworden
ontaarden
verbasteren
degenereren {ww.}

ik degenereer
jij degenereert
hij/zij/het degenereert

ik zink
jij zinkt
hij/zij/het zinkt
» meer vervoegingen van zinken

zinken, naar beneden gaan, afdalen {ww.}

zinken
naar beneden gaan
afdalen {ww.}

ik daal af
jij daalt af
hij/zij/het daalt af

ik zink
jij zinkt
hij/zij/het zinkt
» meer vervoegingen van zinken

Laat ons naar beneden gaan.

zinken, wegzakken, inzinken {ww.}

zinken
wegzakken
inzinken {ww.}

ik zink in
jij zinkt in
hij/zij/het zinkt in

ik zink
jij zinkt
hij/zij/het zinkt
» meer vervoegingen van zinken

zinken {bn.}

zakken, zinken, dalen, wegzakken, verzakken {ww.}

zakken
zinken
dalen
wegzakken
verzakken {ww.}

ik daal
jij daalt
hij/zij/het daalt

ik zak
jij zakt
hij/zij/het zakt
» meer vervoegingen van zakken

Ik wil niet zakken voor mijn examens.

We stopten het fruit en de groenten in zakken.

Nederlands

Ze brachten tien vijandelijke schepen tot zinken.

Geschud door de golven, maar zij zal niet zinken