Vertaling van duiken
Inhoud:
Nederlands
Nederlands
duiken {ww.}
duiken {ww.}
ik duik
jij duikt
hij/zij/het duikt
ik duik
jij duikt
hij/zij/het duikt
» meer vervoegingen van duiken
zinken, onderduiken, duiken {ww.}
zinken
onderduiken
duiken {ww.}
onderduiken
duiken {ww.}
ik duik
jij duikt
hij/zij/het duikt
ik zink
jij zinkt
hij/zij/het zinkt
» meer vervoegingen van zinken
Ze brachten tien vijandelijke schepen tot zinken.
Ze brachten tien vijandelijke schepen tot zinken.
Geschud door de golven, maar zij zal niet zinken
Geschud door de golven, maar zij zal niet zinken
duiken {ww.}
duiken {ww.}
ik duik
jij duikt
hij/zij/het duikt
ik duik
jij duikt
hij/zij/het duikt
» meer vervoegingen van duiken
duiken {ww.}
duiken {ww.}
ik duik
jij duikt
hij/zij/het duikt
ik duik
jij duikt
hij/zij/het duikt
» meer vervoegingen van duiken
duiken {ww.}
duiken {ww.}
ik duik
jij duikt
hij/zij/het duikt
ik duik
jij duikt
hij/zij/het duikt
» meer vervoegingen van duiken
duiksprong , duikvlucht , duik (mv. duiken) {zn.}
duiksprong
duikvlucht
duik (mv. duiken) {zn.}
duikvlucht
duik (mv. duiken) {zn.}
buigen, duiken, verdiepen {ww.}
buigen
duiken
verdiepen {ww.}
duiken
verdiepen {ww.}
ik buig
jij buigt
hij/zij/het buigt
ik buig
jij buigt
hij/zij/het buigt
» meer vervoegingen van buigen
Ik kan mijn handpalmen op de vloer plaatsen zonder mijn knieën te buigen.
Ik kan mijn handpalmen op de vloer plaatsen zonder mijn knieën te buigen.
duik (mv. duiken) {zn.}
duik (mv. duiken) {zn.}
duik (mv. duiken), duiksprong {zn.}
duik (mv. duiken)
duiksprong {zn.}
duiksprong {zn.}