Vervoeging van definiëren

Onbepaalde wijs (infinitief): definiëren

Vertaling: definir

Nederlands

Spaans

Onvoltooid tegenwoordige tijd

  • ik definieer
  • jij definieert
  • hij/zij/het definieert
  • wij definiëren
  • jullie definiëren
  • zij definiëren

Indicativo presente

  • yo defino
  • defines
  • él/ella define
  • nosotros definimos
  • vosotros definís
  • ellos/ellas definen

Onvoltooid verleden tijd

  • ik definieerde
  • jij definieerde
  • hij/zij/het definieerde
  • wij definieerden
  • jullie definieerden
  • zij definieerden

Indefinido

  • yo definí
  • definiste
  • él/ella definió
  • nosotros definimos
  • vosotros definisteis
  • ellos/ellas definieron

Voltooid tegenwoordige tijd

  • ik heb gedefinieerd
  • jij hebt gedefinieerd
  • hij/zij/het heeft gedefinieerd
  • wij hebben gedefinieerd
  • jullie hebben gedefinieerd
  • zij hebben gedefinieerd

Pretérito perfecto compuesto

  • yo he definido
  • has definido
  • él/ella ha definido
  • nosotros hemos definido
  • vosotros habéis definido
  • ellos/ellas han definido

Voltooid verleden tijd

  • ik had gedefinieerd
  • jij had gedefinieerd
  • hij/zij/het had gedefinieerd
  • wij hadden gedefinieerd
  • jullie hadden gedefinieerd
  • zij hadden gedefinieerd

Pluscuamperfecto

  • yo había definido
  • habías definido
  • él/ella había definido
  • nosotros habíamos definido
  • vosotros habíais definido
  • ellos/ellas habían definido

Toekomende tijd I

  • ik zal definiëren
  • jij zult definiëren
  • hij/zij/het zal definiëren
  • wij zullen definiëren
  • jullie zullen definiëren
  • zij zullen definiëren

Futuro I

  • yo definiré
  • definirás
  • él/ella definirá
  • nosotros definiremos
  • vosotros definiréis
  • ellos/ellas definirán

Toekomende tijd II

  • ik zal gedefinieerd hebben
  • jij zult gedefinieerd hebben
  • hij/zij/het zal gedefinieerd hebben
  • wij zullen gedefinieerd hebben
  • jullie zullen gedefinieerd hebben
  • zij zullen gedefinieerd hebben

Futuro perfecto

  • yo habré definido
  • habrás definido
  • él/ella habrá definido
  • nosotros habremos definido
  • vosotros habréis definido
  • ellos/ellas habrán definido

Conditionalis I

  • ik zou definiëren
  • jij zou definiëren
  • hij/zij/het zou definiëren
  • wij zouden definiëren
  • jullie zouden definiëren
  • zij zouden definiëren

Condicional

  • yo definiría
  • definirías
  • él/ella definiría
  • nosotros definiríamos
  • vosotros definiríais
  • ellos/ellas definirían

Conditionalis II

  • ik zou hebben gedefinieerd
  • jij zou hebben gedefinieerd
  • hij/zij/het zou hebben gedefinieerd
  • wij zouden hebben gedefinieerd
  • jullie zouden hebben gedefinieerd
  • zij zouden hebben gedefinieerd

Condicional perfecto

  • yo habría definido
  • habrías definido
  • él/ella habría definido
  • nosotros habríamos definido
  • vosotros habríais definido
  • ellos/ellas habrían definido

Imperatief

  • jij definieer
  • jullie definieert

Imperativo presente

  • define
  • vosotros definid

Verwijzingen

Bekijk 1 definitie(s) van definiëren