Engels

Nederlands

Present

  • I develop
  • you develop
  • he/she/it develops
  • we develop
  • you develop
  • they develop

Onvoltooid tegenwoordige tijd

  • ik stam
  • jij stamt
  • hij/zij/het stamt
  • wij stammen
  • jullie stammen
  • zij stammen

Simple past

  • I developed
  • you developed
  • he/she/it developed
  • we developed
  • you developed
  • they developed

Onvoltooid verleden tijd

  • ik stamde
  • jij stamde
  • hij/zij/het stamde
  • wij stamden
  • jullie stamden
  • zij stamden

Present perfect

  • I have developed
  • you have developed
  • he/she/it has developed
  • we have developed
  • you have developed
  • they have developed

Voltooid tegenwoordige tijd

  • ik ben gestamd
  • jij bent gestamd
  • hij/zij/het is gestamd
  • wij zijn gestamd
  • jullie zijn gestamd
  • zij zijn gestamd

Past perfect

  • I had developed
  • you had developed
  • he/she/it had developed
  • we had developed
  • you had developed
  • they had developed

Voltooid verleden tijd

  • ik was gestamd
  • jij was gestamd
  • hij/zij/het was gestamd
  • wij waren gestamd
  • jullie waren gestamd
  • zij waren gestamd

Future

  • I will develop
  • you will develop
  • he/she/it will develop
  • we will develop
  • you will develop
  • they will develop

Toekomende tijd I

  • ik zal stammen
  • jij zult stammen
  • hij/zij/het zal stammen
  • wij zullen stammen
  • jullie zullen stammen
  • zij zullen stammen

Future perfect

  • I will have developed
  • you will have developed
  • he/she/it will have developed
  • we will have developed
  • you will have developed
  • they will have developed

Toekomende tijd II

  • ik zal gestamd zijn
  • jij zult gestamd zijn
  • hij/zij/het zal gestamd zijn
  • wij zullen gestamd zijn
  • jullie zullen gestamd zijn
  • zij zullen gestamd zijn

Conditional present

  • I would develop
  • you would develop
  • he/she/it would develop
  • we would develop
  • you would develop
  • they would develop

Conditionalis I

  • ik zou stammen
  • jij zou stammen
  • hij/zij/het zou stammen
  • wij zouden stammen
  • jullie zouden stammen
  • zij zouden stammen

Conditional perfect

  • I would have developed
  • you would have developed
  • he/she/it would have developed
  • we would have developed
  • you would have developed
  • they would have developed

Conditionalis II

  • ik zou zijn gestamd
  • jij zou zijn gestamd
  • hij/zij/het zou zijn gestamd
  • wij zouden zijn gestamd
  • jullie zouden zijn gestamd
  • zij zouden zijn gestamd

Verwijzingen

Bekijk 30 definitie(s) van develop