Vervoeging van melt
Onbepaalde wijs (infinitief): to melt
Engels
Nederlands
Present
- he/she/it melts
- they melt
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- hij/zij/het smelt weg
- zij smelten weg
Simple past
- he/she/it melted
- they melted
Onvoltooid verleden tijd
- hij/zij/het smolt weg
- zij smolten weg
Present perfect
- he/she/it has melted
- they have melted
Voltooid tegenwoordige tijd
- hij/zij/het is weggesmolten
- zij zijn weggesmolten
Past perfect
- he/she/it had melted
- they had melted
Voltooid verleden tijd
- hij/zij/het was weggesmolten
- zij waren weggesmolten
Future
- he/she/it will melt
- they will melt
Toekomende tijd I
- hij/zij/het zal wegsmelten
- zij zult wegsmelten
Future perfect
- he/she/it will have melted
- they will have melted
Toekomende tijd II
- hij/zij/het zal weggesmolten zijn
- zij zult weggesmolten zijn
Conditional present
- he/she/it would melt
- they would melt
Conditionalis I
- hij/zij/het zal wegsmelten
- zij zullen wegsmelten
Conditional perfect
- he/she/it would have melted
- they would have melted
Conditionalis II
- hij/zij/het zal zijn weggesmolten
- zij zullen zijn weggesmolten