Vervoeging van move
Onbepaalde wijs (infinitief): to move
41 alternatieve vertalingen
- aandoen
- aangrijpen
- afschieten
- ageren
- begeesteren
- belezen
- bewegen
- doen
- draaien
- enthousiasmeren
- flitsen
- frapperen
- gaan
- handelen
- inboezemen
- koersen
- migreren
- motiveren
- omzetten
- ontroeren
- optreden
- opwarmen
- overbrengen
- overgaan
- overhalen
- overplaatsen
- overspringen
- overstappen
- raken
- roeren
- schieten
- tijgen
- treffen
- verhuizen
- verkassen
- verleggen
- verplaatsen
- verroeren
- verschuiven
- vertillen
- voortbewegen
Engels
Nederlands
Present
- I move
- you move
- he/she/it moves
- we move
- you move
- they move
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik schuif weg
- jij schuift weg
- hij/zij/het schuift weg
- wij schuiven weg
- jullie schuiven weg
- zij schuiven weg
Simple past
- I moved
- you moved
- he/she/it moved
- we moved
- you moved
- they moved
Onvoltooid verleden tijd
- ik schoof weg
- jij schoof weg
- hij/zij/het schoof weg
- wij schoven weg
- jullie schoven weg
- zij schoven weg
Present perfect
- I have moved
- you have moved
- he/she/it has moved
- we have moved
- you have moved
- they have moved
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb weggeschoven
- jij hebt weggeschoven
- hij/zij/het heeft weggeschoven
- wij hebben weggeschoven
- jullie hebben weggeschoven
- zij hebben weggeschoven
Past perfect
- I had moved
- you had moved
- he/she/it had moved
- we had moved
- you had moved
- they had moved
Voltooid verleden tijd
- ik had weggeschoven
- jij had weggeschoven
- hij/zij/het had weggeschoven
- wij hadden weggeschoven
- jullie hadden weggeschoven
- zij hadden weggeschoven
Future
- I will move
- you will move
- he/she/it will move
- we will move
- you will move
- they will move
Toekomende tijd I
- ik zal wegschuiven
- jij zult wegschuiven
- hij/zij/het zal wegschuiven
- wij zullen wegschuiven
- jullie zullen wegschuiven
- zij zullen wegschuiven
Future perfect
- I will have moved
- you will have moved
- he/she/it will have moved
- we will have moved
- you will have moved
- they will have moved
Toekomende tijd II
- ik zal weggeschoven hebben
- jij zult weggeschoven hebben
- hij/zij/het zal weggeschoven hebben
- wij zullen weggeschoven hebben
- jullie zullen weggeschoven hebben
- zij zullen weggeschoven hebben
Conditional present
- I would move
- you would move
- he/she/it would move
- we would move
- you would move
- they would move
Conditionalis I
- ik zou wegschuiven
- jij zou wegschuiven
- hij/zij/het zou wegschuiven
- wij zouden wegschuiven
- jullie zouden wegschuiven
- zij zouden wegschuiven
Conditional perfect
- I would have moved
- you would have moved
- he/she/it would have moved
- we would have moved
- you would have moved
- they would have moved
Conditionalis II
- ik zou hebben weggeschoven
- jij zou hebben weggeschoven
- hij/zij/het zou hebben weggeschoven
- wij zouden hebben weggeschoven
- jullie zouden hebben weggeschoven
- zij zouden hebben weggeschoven
Imperative
- you move
- you move
Imperatief
- jij schuif weg
- jullie schuift weg