Engels

Nederlands

Present

  • I reclaim
  • you reclaim
  • he/she/it reclaims
  • we reclaim
  • you reclaim
  • they reclaim

Onvoltooid tegenwoordige tijd

  • ik dehydreer
  • jij dehydreert
  • hij/zij/het dehydreert
  • wij dehydreren
  • jullie dehydreren
  • zij dehydreren

Simple past

  • I reclaimed
  • you reclaimed
  • he/she/it reclaimed
  • we reclaimed
  • you reclaimed
  • they reclaimed

Onvoltooid verleden tijd

  • ik dehydreerde
  • jij dehydreerde
  • hij/zij/het dehydreerde
  • wij dehydreerden
  • jullie dehydreerden
  • zij dehydreerden

Present perfect

  • I have reclaimed
  • you have reclaimed
  • he/she/it has reclaimed
  • we have reclaimed
  • you have reclaimed
  • they have reclaimed

Voltooid tegenwoordige tijd

  • ik heb gedehydreerd
  • jij hebt gedehydreerd
  • hij/zij/het heeft gedehydreerd
  • wij hebben gedehydreerd
  • jullie hebben gedehydreerd
  • zij hebben gedehydreerd

Past perfect

  • I had reclaimed
  • you had reclaimed
  • he/she/it had reclaimed
  • we had reclaimed
  • you had reclaimed
  • they had reclaimed

Voltooid verleden tijd

  • ik had gedehydreerd
  • jij had gedehydreerd
  • hij/zij/het had gedehydreerd
  • wij hadden gedehydreerd
  • jullie hadden gedehydreerd
  • zij hadden gedehydreerd

Future

  • I will reclaim
  • you will reclaim
  • he/she/it will reclaim
  • we will reclaim
  • you will reclaim
  • they will reclaim

Toekomende tijd I

  • ik zal dehydreren
  • jij zult dehydreren
  • hij/zij/het zal dehydreren
  • wij zullen dehydreren
  • jullie zullen dehydreren
  • zij zullen dehydreren

Future perfect

  • I will have reclaimed
  • you will have reclaimed
  • he/she/it will have reclaimed
  • we will have reclaimed
  • you will have reclaimed
  • they will have reclaimed

Toekomende tijd II

  • ik zal gedehydreerd hebben
  • jij zult gedehydreerd hebben
  • hij/zij/het zal gedehydreerd hebben
  • wij zullen gedehydreerd hebben
  • jullie zullen gedehydreerd hebben
  • zij zullen gedehydreerd hebben

Conditional present

  • I would reclaim
  • you would reclaim
  • he/she/it would reclaim
  • we would reclaim
  • you would reclaim
  • they would reclaim

Conditionalis I

  • ik zou dehydreren
  • jij zou dehydreren
  • hij/zij/het zou dehydreren
  • wij zouden dehydreren
  • jullie zouden dehydreren
  • zij zouden dehydreren

Conditional perfect

  • I would have reclaimed
  • you would have reclaimed
  • he/she/it would have reclaimed
  • we would have reclaimed
  • you would have reclaimed
  • they would have reclaimed

Conditionalis II

  • ik zou hebben gedehydreerd
  • jij zou hebben gedehydreerd
  • hij/zij/het zou hebben gedehydreerd
  • wij zouden hebben gedehydreerd
  • jullie zouden hebben gedehydreerd
  • zij zouden hebben gedehydreerd

Imperative

  • you reclaim
  • you reclaim

Imperatief

  • jij dehydreer
  • jullie dehydreert

Verwijzingen

Bekijk 7 definitie(s) van reclaim