Engels

Nederlands

Present

  • he/she/it reclaims
  • they reclaim

Onvoltooid tegenwoordige tijd

  • hij/zij/het ontwoekert
  • zij ontwoekeren

Simple past

  • he/she/it reclaimed
  • they reclaimed

Onvoltooid verleden tijd

  • hij/zij/het ontwoekerde
  • zij ontwoekerden

Present perfect

  • he/she/it has reclaimed
  • they have reclaimed

Voltooid tegenwoordige tijd

  • hij/zij/het heeft ontwoekerd
  • zij hebben ontwoekerd

Past perfect

  • he/she/it had reclaimed
  • they had reclaimed

Voltooid verleden tijd

  • hij/zij/het had ontwoekerd
  • zij hadden ontwoekerd

Future

  • he/she/it will reclaim
  • they will reclaim

Toekomende tijd I

  • hij/zij/het zal ontwoekeren
  • zij zult ontwoekeren

Future perfect

  • he/she/it will have reclaimed
  • they will have reclaimed

Toekomende tijd II

  • hij/zij/het zal ontwoekerd hebben
  • zij zult ontwoekerd hebben

Conditional present

  • he/she/it would reclaim
  • they would reclaim

Conditionalis I

  • hij/zij/het zal ontwoekeren
  • zij zullen ontwoekeren

Conditional perfect

  • he/she/it would have reclaimed
  • they would have reclaimed

Conditionalis II

  • hij/zij/het zal hebben ontwoekerd
  • zij zullen hebben ontwoekerd

Verwijzingen

Bekijk 7 definitie(s) van reclaim