Vervoeging van yield
Onbepaalde wijs (infinitief): to yield
38 alternatieve vertalingen
- aangeven
- achteruitwijken
- afleveren
- afstaan
- afwerpen
- bestellen
- betalen
- bezwijken
- capituleren
- cederen
- doorschuiven
- geven
- hergeven
- inschikken
- leveren
- opbrengen
- opleveren
- opschikken
- opschuiven
- overgeven
- platgaan
- reproduceren
- teruggeven
- toebrengen
- toegeven
- toekennen
- toevoeren
- verdienen
- vergelden
- verlenen
- verschikken
- voortbrengen
- voteren
- weergeven
- weggeven
- wegschenken
- wijken
- zwichten
Engels
Nederlands
Present
- I yield
- you yield
- he/she/it yields
- we yield
- you yield
- they yield
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik vergeef
- jij vergeeft
- hij/zij/het vergeeft
- wij vergeven
- jullie vergeven
- zij vergeven
Simple past
- I yielded
- you yielded
- he/she/it yielded
- we yielded
- you yielded
- they yielded
Onvoltooid verleden tijd
- ik vergaf
- jij vergaf
- hij/zij/het vergaf
- wij vergaven
- jullie vergaven
- zij vergaven
Present perfect
- I have yielded
- you have yielded
- he/she/it has yielded
- we have yielded
- you have yielded
- they have yielded
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb vergeven
- jij hebt vergeven
- hij/zij/het heeft vergeven
- wij hebben vergeven
- jullie hebben vergeven
- zij hebben vergeven
Past perfect
- I had yielded
- you had yielded
- he/she/it had yielded
- we had yielded
- you had yielded
- they had yielded
Voltooid verleden tijd
- ik had vergeven
- jij had vergeven
- hij/zij/het had vergeven
- wij hadden vergeven
- jullie hadden vergeven
- zij hadden vergeven
Future
- I will yield
- you will yield
- he/she/it will yield
- we will yield
- you will yield
- they will yield
Toekomende tijd I
- ik zal vergeven
- jij zult vergeven
- hij/zij/het zal vergeven
- wij zullen vergeven
- jullie zullen vergeven
- zij zullen vergeven
Future perfect
- I will have yielded
- you will have yielded
- he/she/it will have yielded
- we will have yielded
- you will have yielded
- they will have yielded
Toekomende tijd II
- ik zal vergeven hebben
- jij zult vergeven hebben
- hij/zij/het zal vergeven hebben
- wij zullen vergeven hebben
- jullie zullen vergeven hebben
- zij zullen vergeven hebben
Conditional present
- I would yield
- you would yield
- he/she/it would yield
- we would yield
- you would yield
- they would yield
Conditionalis I
- ik zou vergeven
- jij zou vergeven
- hij/zij/het zou vergeven
- wij zouden vergeven
- jullie zouden vergeven
- zij zouden vergeven
Conditional perfect
- I would have yielded
- you would have yielded
- he/she/it would have yielded
- we would have yielded
- you would have yielded
- they would have yielded
Conditionalis II
- ik zou hebben vergeven
- jij zou hebben vergeven
- hij/zij/het zou hebben vergeven
- wij zouden hebben vergeven
- jullie zouden hebben vergeven
- zij zouden hebben vergeven
Imperative
- you yield
- you yield
Imperatief
- jij vergeef
- jullie vergeeft