Vervoeging van zetten

Nederlands

Spaans

Onvoltooid tegenwoordige tijd

  • ik zet
  • jij zet
  • hij/zij/het zet
  • wij zetten
  • jullie zetten
  • zij zetten

Indicativo presente

  • yo extraigo
  • extraes
  • él/ella extrae
  • nosotros extraemos
  • vosotros extraéis
  • ellos/ellas extraen

Onvoltooid verleden tijd

  • ik zette
  • jij zette
  • hij/zij/het zette
  • wij zetten
  • jullie zetten
  • zij zetten

Indefinido

  • yo extraje
  • extrajiste
  • él/ella extrajo
  • nosotros extrajimos
  • vosotros extrajisteis
  • ellos/ellas extrajeron

Voltooid tegenwoordige tijd

  • ik heb gezet
  • jij hebt gezet
  • hij/zij/het heeft gezet
  • wij hebben gezet
  • jullie hebben gezet
  • zij hebben gezet

Pretérito perfecto compuesto

  • yo he extraído
  • has extraído
  • él/ella ha extraído
  • nosotros hemos extraído
  • vosotros habéis extraído
  • ellos/ellas han extraído

Voltooid verleden tijd

  • ik had gezet
  • jij had gezet
  • hij/zij/het had gezet
  • wij hadden gezet
  • jullie hadden gezet
  • zij hadden gezet

Pluscuamperfecto

  • yo había extraído
  • habías extraído
  • él/ella había extraído
  • nosotros habíamos extraído
  • vosotros habíais extraído
  • ellos/ellas habían extraído

Toekomende tijd I

  • ik zal zetten
  • jij zult zetten
  • hij/zij/het zal zetten
  • wij zullen zetten
  • jullie zullen zetten
  • zij zullen zetten

Futuro I

  • yo extraeré
  • extraerás
  • él/ella extraerá
  • nosotros extraeremos
  • vosotros extraeréis
  • ellos/ellas extraerán

Toekomende tijd II

  • ik zal gezet hebben
  • jij zult gezet hebben
  • hij/zij/het zal gezet hebben
  • wij zullen gezet hebben
  • jullie zullen gezet hebben
  • zij zullen gezet hebben

Futuro perfecto

  • yo habré extraído
  • habrás extraído
  • él/ella habrá extraído
  • nosotros habremos extraído
  • vosotros habréis extraído
  • ellos/ellas habrán extraído

Conditionalis I

  • ik zou zetten
  • jij zou zetten
  • hij/zij/het zou zetten
  • wij zouden zetten
  • jullie zouden zetten
  • zij zouden zetten

Condicional

  • yo extraería
  • extraerías
  • él/ella extraería
  • nosotros extraeríamos
  • vosotros extraeríais
  • ellos/ellas extraerían

Conditionalis II

  • ik zou hebben gezet
  • jij zou hebben gezet
  • hij/zij/het zou hebben gezet
  • wij zouden hebben gezet
  • jullie zouden hebben gezet
  • zij zouden hebben gezet

Condicional perfecto

  • yo habría extraído
  • habrías extraído
  • él/ella habría extraído
  • nosotros habríamos extraído
  • vosotros habríais extraído
  • ellos/ellas habrían extraído

Imperatief

  • jij zet
  • jullie zet

Imperativo presente

  • extrae
  • vosotros extraed

Verwijzingen

Bekijk 6 definitie(s) van zetten