Vertaling van zagen
wij zagen
jullie zagen
zij zagen
we saw
you saw
they saw
» meer vervoegingen van to saw
wij zagen
jullie zagen
zij zagen
we saw
you saw
they saw
» meer vervoegingen van to saw
wij zagen
jullie zagen
zij zagen
we saw
you saw
they saw
» meer vervoegingen van to see
to peck
to hen-peck
wij zagen
jullie zagen
zij zagen
we nag
you nag
they nag
» meer vervoegingen van to nag
to saw wood
to saw logs
scraping
scratch
scrape
to pass judgment
to evaluate
wij zagen
jullie zagen
zij zagen
we judged
you judged
they judged
» meer vervoegingen van to judge
to reckon
to regard
to see
to view
wij zagen
jullie zagen
zij zagen
we considered
you considered
they considered
» meer vervoegingen van to consider
to attempt
to essay
to seek
to try
wij zagen
jullie zagen
zij zagen
we assayed
you assayed
they assayed
» meer vervoegingen van to assay
wij zagen
jullie zagen
zij zagen
we saw
you saw
they saw
» meer vervoegingen van to see
to look
to seem
wij zagen
jullie zagen
zij zagen
we appeared
you appeared
they appeared
» meer vervoegingen van to appear
sniveller
squawker
moaner
grumbler
crybaby
complainer
bellyacher
Voorbeelden in zinsverband
De zeelui zagen land.
The sailors saw land.
We zagen hem nergens.
We didn't see him anywhere.
We zagen de vogel toen we Okinawa bezochten.
We saw the bird when we visited Okinawa.
De man die we vanochtend zagen was meneer Green.
The man we saw this morning was Mr. Green.
We zagen nog een schip in de verte.
We saw another ship far ahead.
We zagen een vis in het water plonsen.
We saw a fish splashing in the water.
Eerst zagen ze de rommel, vervolgens keken ze elkaar aan.
They looked at the rubbish, then they looked at each other.
We keken uit het raam, maar zagen niks.
We looked out the window but saw nothing.
De inheemsen zagen toen voor de eerste keer een vliegtuig.
The natives saw an airplane then for the first time.
Ze zagen het jongetje weggedragen worden naar het ziekenhuis.
They saw the boy carried away to the hospital.
We zagen een klein eilandje aan de andere kant.
We saw a small island beyond.
We zagen een flauw licht voorbij de rivier.
We saw a dim light beyond the river.
Het is lang geleden sinds we elkaar voor het laatst zagen.
It's been a long time since we last met.
De man die we in het park zagen was meneer Hill.
The man we saw in the park was Mr. Hill.
Sommige mensen in de oudheid zagen de zon als hun god.
Some ancient people thought of the sun as their God.