Vertaling van named

Inhoud:

Engels
Nederlands
to call, to designate, to dub, to label, to name, to term {ww.}
noemen 
uitmaken voor
benoemen 
heten

I named
you named
he/she/it named

ik noemde
jij noemde
hij/zij/het noemde
» meer vervoegingen van noemen

They call him Jim.
Ze noemen hem Jim.
People call him Dave.
Mensen noemen hem Dave.
to appoint, to constitute, to name, to nominate {ww.}
benoemen

I named
you named
he/she/it named

ik benoemde
jij benoemde
hij/zij/het benoemde
» meer vervoegingen van benoemen

to appoint, to constitute, to name, to nominate {ww.}
aanwijzen
maken
benoemen
designeren
aanstellen

I named
you named
he/she/it named

ik wees aan
jij wees aan
hij/zij/het wees aan
» meer vervoegingen van aanwijzen

to diagnose, to name {ww.}
diagnostiseren

I named
you named
he/she/it named

ik diagnostiseerde
jij diagnostiseerde
hij/zij/het diagnostiseerde
» meer vervoegingen van diagnostiseren

to appoint, to constitute, to name, to nominate {ww.}
opwerpen

I named
you named
he/she/it named

ik wierp op
jij wierp op
hij/zij/het wierp op
» meer vervoegingen van opwerpen

to call, to name {ww.}
vernoemen

I named
you named
he/she/it named

ik vernoemde
jij vernoemde
hij/zij/het vernoemde
» meer vervoegingen van vernoemen

to advert, to bring up, to cite, to mention, to name, to refer {ww.}
noemen

I named
you named
he/she/it named

ik noemde
jij noemde
hij/zij/het noemde
» meer vervoegingen van noemen



Voorbeelden in zinsverband

Engels
Nederlands

They named their son John.

Ze hebben hun zoon John genoemd.

Mike named his dog Spike.

Mike noemde zijn hond Spike.

We named the dog Tim.

We noemden de hond Tim.

I was named after my uncle.

Ik ben naar mijn oom vernoemd.

Father named me after his aunt.

Vader noemde me naar zijn tante.

They named the ship the Mayflower.

Ze noemden het schip "Mayflower".

We named him Thomas after his grandfather.

We noemden hem Thomas naar zijn grootvader.

She was named Elizabeth after her aunt.

Ze werd Elizabeth genoemd, naar haar tante.

Someone named Henry wanted to see you.

Een zekere 'Henry' wilde jou zien.

A person named Itoh wants to meet you.

Een persoon genaamd Itoh wil jou ontmoeten.

A man named Slim was killed in that accident.

Een man met de naam Slim is bij dat ongeval gedood.

A man named George was staying at a hotel.

Een man genaamd George verbleef in een hotel.

A man named Mr. Itoh wants to meet you.

Een man genaamd mijnheer Itoh wil jou ontmoeten.

The world's first Ferris wheel was built in Chicago. It was named after its contructor, George Washington Gale Ferris, Jr.

Het eerste reuzenrad ter wereld werd gebouwd in Chicago. Het is genoemd naar zijn bouwer George Washington Gale Ferris jr.


Gerelateerd aan named

call - designate - dub - label - name - term - appoint - constitute - nominate - diagnose - advert - bring up - cite - mention - refercall - work - determine - measure - offer - account