Betekenis van:
stag

stag
Zelfstandig naamwoord
  • soort effectenhandelaar
  • adult male deer

Hyperoniemen

Hyponiemen

stag
Zelfstandig naamwoord
  • hertebok, hertenbok
  • adult male deer

Hyperoniemen

Hyponiemen

stag
Zelfstandig naamwoord
  • mannenaangelegenheid
  • adult male deer

Hyperoniemen

Hyponiemen

stag
Zelfstandig naamwoord
    • a male deer, especially an adult male red deer

    Synoniemen

    Hyperoniemen

    to stag
    Werkwoord
    • niet geheim houden; verklikken
    • give away information about somebody

    Synoniemen

    Hyperoniemen

    Hyponiemen

    to stag
    Werkwoord
    • slecht
    • give away information about somebody

    Synoniemen

    Hyperoniemen

    Hyponiemen

    to stag
    Werkwoord
    • niet voor zich houden
    • give away information about somebody

    Synoniemen

    Hyperoniemen

    Hyponiemen

    to stag
    Werkwoord
    • stiekem bekijken; stiekem bekijken; stiekem bekijken; heimelijk in de gaten houden
    • watch, observe, or inquire secretly

    Synoniemen

    Hyperoniemen

    to stag
    Werkwoord
    • verklappen
    • give away information about somebody

    Synoniemen

    Hyperoniemen

    Hyponiemen

    to stag
    Werkwoord
      • attend a dance or a party without a female companion
      to stag
      Werkwoord
      • spioneren
      • watch, observe, or inquire secretly

      Synoniemen

      Hyperoniemen

      to stag
      Werkwoord
      • verlullen
      • give away information about somebody

      Synoniemen

      Hyperoniemen

      Hyponiemen


      Voorbeeldzinnen

      1. It's strictly a stag party.
      2. I went stag to the prom.
      3. He drew a bead on a stag at bay.
      4. Stag beetles
      5. Cape stag beetles LEPIDOPTERA
      6. Cape stag beetles
      7. Stag beetles Colophon spp.
      8. (III South Africa) Cape stag beetles
      9. (III South Africa) Cape stag beetles