Betekenis van:
stub
stub
Zelfstandig naamwoord
- afgeknotte boomstam; overblijvend deel v.e. omgezaagde boom
- a short piece remaining on a trunk or stem where a branch is lost
Hyperoniemen
stub
Zelfstandig naamwoord
- strookje van geldswaardige of andere papieren dat voor controle achterblijft in het boekje waaruit men het papier heeft genomen
- the part of a check that is retained as a record
Synoniemen
Hyperoniemen
stub
Zelfstandig naamwoord
- a torn part of a ticket returned to the holder as a receipt
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
stub
Zelfstandig naamwoord
- controlestrookje
- the part of a check that is retained as a record
Synoniemen
Hyperoniemen
stub
Zelfstandig naamwoord
- stompje
- the small unused part of something (especially the end of a cigarette that is left after smoking)
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
stub
Zelfstandig naamwoord
- kogelvanger
- the small unused part of something (especially the end of a cigarette that is left after smoking)
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
to stub
Werkwoord
- strike (one's toe) accidentally against an object
"She stubbed her toe in the dark and now it's broken"