Betekenis van:
aanbevelen

Voorbeeldzinnen

1. Ik kan dit restaurant aanbevelen.
2. Ik kan een goed hotel aanbevelen.
3. Kunt u mij een hotel aanbevelen?
4. De fabrikanten mogen binnen deze grenzen een preciezere gebruiksduur aanbevelen.
5. Indien van toepassing mag de fabrikant het gebruik ook aanbevelen bij acute nierinsufficiëntie.
6. adviseren over de blijvende relevantie van de onderzoeksagenda en aanbevelen van wijzigingen;
7. Indien van toepassing mag de fabrikant het gebruik ook aanbevelen bij acute nierinsufficiëntie.
8. De Commissie kan, volgens de procedure van artikel 62, lid 2, gecoördineerde plannen aanbevelen.
9. (Kunnen lokale en regionale overheden of ontwikkelaars bijvoorbeeld bepaalde locaties aanbevelen?
10. Nadat het bureau de lijst van parameters opnieuw bezien heeft, kan het wijziging ervan aanbevelen.
11. evalueren van nieuwe aanvragen voor lidmaatschap en het vaststellen of aanbevelen van wijzigingen in het lidmaatschap overeenkomstig artikel 4;
12. het ter goedkeuring aanbevelen aan de raad van bestuur van regelingen en richtsnoeren voor evaluatie en selectie van de projectvoorstellen.
13. Rapporteurs kunnen een lijstje opstellen van de m.b.t. hun ontwerpadvies of ontwerprapport ingediende wijzigingsvoorstellen waarvan zij goedkeuring aanbevelen.
14. Het scheidsgerecht kan op verzoek van één van de partijen bij het geschil essentiële voorlopige maatregelen ter bescherming aanbevelen.
15. het moet in voorkomend geval onderzoek instellen naar de omstandigheden die aanleiding hebben gegeven tot de ontslagneming van een externe accountant, en maatregelen aanbevelen.