Betekenis van:
bevelen

bevelen
Werkwoord
  • een dwingende opdracht geven
"Hij beval zijn soldaten de grens over te steken."
bevelen
Werkwoord
  • commanderen; opdragen; gelasten; bevelen; laten nakomen; bevel geven; opdragen
"je ondergeschikten bevelen"
"de bemanning bevelen zich aan dek te begeven"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

bevelen
Werkwoord
  • geven in vertrouwen; toevertrouwen

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

bevel (het ~ | meervoud bevelen)
Zelfstandig naamwoord
  • opdracht waaraan gehoorzaamd moet worden
"een bevel tot [arrestatie/uitzetting/beslaglegging"
"bevel is bevel"

Synoniemen

Hyperoniemen

bevel (het ~ | meervoud bevelen)
Zelfstandig naamwoord
  • leiding
"het bevel voeren"
"onder bevel van [iemand]"

Synoniemen

Hyperoniemen

Werkwoord


Voorbeeldzinnen

  1. BEVELEN DE LIDSTATEN AAN:
  2. BEVELEN DE LIDSTATEN AAN:
  3. BEVELEN DE LIDSTATEN AAN:
  4. Uitstaande bevelen tot terugvordering
  5. BEVELEN HET VOLGENDE AAN:
  6. BEVELEN AAN DAT DE LIDSTATEN:
  7. Zij beoogt actiedrempels voor diervoeders en levensmiddelen aan te bevelen.
  8. bovendien de publicatie van een rechtzetting te bevelen.
  9. kustlocaties met een uitgesproken dagelijkse windcyclus van plaatselijke aard zijn niet aan te bevelen.
  10. Zij beoogt actiedrempels en, op termijn, streefwaarden voor diervoeders en levensmiddelen aan te bevelen.
  11. de kaderorganisatie en de wijze waarop bevelen worden gegeven en uitgevoerd;
  12. Chemischveiligheidsrapport en verplichting om risicobeperkende maatregelen toe te passen en aan te bevelen
  13. het geven van passende bevelen en instructies in duidelijke en eenvoudige taal;
  14. Bemonstering gedurende 24 uur is eveneens aan te bevelen voor het meten van arseen-, cadmium- en nikkelconcentraties.
  15. Het systeem mag de bestuurder niet verplichten tot tijdskritische reacties bij het ingeven van bevelen of gegevens aan het systeem.