Betekenis van:
aandrang

aandrang (de ~)
Zelfstandig naamwoord
  • nadruk; nadruk; extra kracht; extra kracht
"met aandrang"

Synoniemen

Hyperoniemen

aandrang
Zelfstandig naamwoord
  • morele druk
"op aandrang van"

Hyperoniemen

aandrang (de ~)
Zelfstandig naamwoord
  • tendens; innerlijke noodzaak
"de aandrang om [te plassen/een zak chips leeg te eten]"
"aandrang krijgen"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

aandrang
Zelfstandig naamwoord
  • het aandringen
aandrang
Zelfstandig naamwoord
  • aansporing, morele druk
aandrang
Zelfstandig naamwoord
  • met klem, nadruk

Voorbeeldzinnen

  1. Zeelieden wordt met aandrang gevraagd de actuele informatie te raadplegen op de „MSCHOA”-website (http://www.mschoa.org) of via de NAV-waarschuwingen voor het gebied.
  2. De Commissie verzoekt de bevoegde autoriteiten van Kazachstan met aandrang om krachtiger inspanningen te leveren om het burgerluchtvaartsysteem te hervormen en het veiligheidstoezicht op alle in dit land gecertificeerde maatschappijen te versterken.
  3. Alle schepen binnen de Golf van Aden wordt met aandrang gevraagd de IRTC te gebruiken en het advies en de timing van het MSCHOA voor collectieve doortocht te volgen zoals vermeld op de MSCHOA-website.
  4. In Resolutie 51/45 van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties van 10 december 1996 is alle staten met aandrang verzocht actief werk te maken van een effectieve, juridisch bindende internationale overeenkomst om het gebruik, de aanleg van voorraden, de productie en de overdracht van antipersoneelmijnen te verbieden.
  5. De twee gezamenlijk agerende concurrenten herhaalden hun verzoek met aandrang bij brief van 14 november 2003 (op 17 november 2003 geregistreerd onder nummer A/37909) en bij brief van 1 december 2003 (op 2 december 2003 geregistreerd onder nummer A/38325).