Betekenis van:
houding

houding (de ~ | meervoud houdingen)
Zelfstandig naamwoord
  • lichaamsstand; gemaakte manier van doen; stand v.e. lichaam/lichaamsdeel; stand van het lichaam
"een houding aannemen"
"in de houding staan"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

houding (de ~ | meervoud houdingen)
Zelfstandig naamwoord
  • gedragslijn
"een positieve/negatieve houding"
"een superieure houding"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

houding
Zelfstandig naamwoord
  • onecht; arrogante houding; gemaakte manier van doen

Synoniemen

Hyperoniemen

houding
Zelfstandig naamwoord
  • een pose
houding
Zelfstandig naamwoord
  • gedragslijn, opstelling

Voorbeeldzinnen

  1. Professionele houding
  2. Ongezonde houding
  3. in gebogen houding werken
  4. Blijk geven van een constructieve houding.
  5. probleem bij houding van het management
  6. Een constructieve houding aannemen met betrekking tot Kosovo.
  7. Ontwerp veroorzaakt ongezonde houding van persoon die het product gebruikt
  8. De gebruiker bevindt zich niet in een speciale houding.
  9. Alle varkens moeten ten minste gelijktijdig kunnen gaan liggen en in hun natuurlijke houding kunnen staan.
  10. Alle 35 agrarische stokerijen nemen een negatieve houding aan tegenover het standpunt van de Commissie.
  11. Leveranciers hebben dan ook een zeer voorzichtige houding aangenomen ten aanzien van Alitalia.
  12. In opgerichte houding bereiken volwassen dieren een lichaamslengte van ongeveer 40 cm.
  13. het belang van oplettendheid en van de houding ten opzichte van medeweggebruikers;
  14. De beschermingsinrichting tegen klemrijden mag de persoon niet beletten een geschikte houding aan te nemen om de koppeling te bedienen.
  15. Op grond daarvan neemt de Autoriteit in het algemeen een positieve houding aan tegenover staatssteun voor dergelijke projecten.