Betekenis van:
aftellen

aftellen
Werkwoord
  • tellen tot een tijdstip
"seconden aftellen"
"aan het aftellen zijn"

Hyperoniemen

aftellen
Werkwoord
  • hoeveelheid uittellen
"geld aftellen"

Hyperoniemen

aftellen
Werkwoord
  • dalend tellen tot aan het moment dat iets volgens plan gebeuren moet
"Toen er afgeteld werd voor de lancering was de spanning te snijden."
aftellen
Werkwoord
  • door tellen nauwkeurig afpassen
"Hij had voor het experiment vijf stapels van precies vijfhonderd bonen afgeteld."