Betekenis van:
biotoop

biotoop (de ~ | meervoud biotopen)
Zelfstandig naamwoord
  • plaats waar een dier of een plant geheel in zijn omgeving ingepast is
"een waterrijke biotoop"

Synoniemen

Hyperoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. Natuurlijk verspreidings-gebied/biotoop
  2. In het kader van Richtlijn 2008/56/EG slaat de term habitat zowel op de abiotische kenmerken als op de bijbehorende biologische gemeenschap, waarbij beide elementen samen worden beschouwd in de zin van de term biotoop.