Betekenis van:
standplaats

standplaats (de ~ | meervoud standplaatsen)
Zelfstandig naamwoord
  • plaats waar een ambtenaar enz. gevestigd is
"standplaats [Utrecht]"
"de standplaats van een predikant"

Hyperoniemen

standplaats
Zelfstandig naamwoord
  • een vaste plaats waar iemand of iets zich bevindt
standplaats
Zelfstandig naamwoord
  • een plaats waar een ambtenaar o.i.d. gevestigd is
standplaats
Zelfstandig naamwoord
  • een plaats waar een bepaalde plantensoort verwacht kan worden
standplaats
Zelfstandig naamwoord
  • een plaats waar de jager wacht op langskomend wild
standplaats
Zelfstandig naamwoord
  • plaats waar een dier of een plant geheel in zijn omgeving ingepast is

Synoniemen

Hyperoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. STANDPLAATS
  2. STANDPLAATS
  3. Standplaats
  4. Standplaats wordt Brussel.
  5. Gegevens over de standplaats
  6. Land van de standplaats
  7. „Afstand tussen de woonplaats en de standplaats
  8. De SVEU heeft zijn vaste standplaats in Addis Abeba.
  9. het personeelslid wiens standplaats ten minste 50 km verwijderd is:
  10. het aantal olijfbomen en de standplaats ervan in het perceel”;
  11. „Afstand tussen de woonplaats en de standplaats (in km)
  12. bij overplaatsing die een verandering van standplaats met zich brengt.
  13. De standplaats moet in de briefwisseling worden vermeld.
  14. „Afstand tussen de plaats van herkomst en de standplaats
  15. De standplaats is thans … Overplaatsing naar een andere standplaats is echter mogelijk, uitsluitend in het belang van het Centrum.