Betekenis van:
leefgebied
leefgebied (het ~ | meervoud leefgebieden)
Zelfstandig naamwoord
- plaats waar een dier of een plant geheel in zijn omgeving ingepast is
"het leefgebied van [de Ogoni's/otter]"
Synoniemen
Hyperoniemen
Voorbeeldzinnen
- soorten die gevoelig zijn voor bepaalde wijzigingen van het leefgebied;
- andere soorten die vanwege de specifieke kenmerken van hun leefgebied speciale aandacht verdienen.
- Voor bepaalde vogelsoorten dienen speciale beschermingsmaatregelen ten aanzien van het leefgebied te worden getroffen om hun voortbestaan en voortplanting in het verspreidingsgebied veilig te stellen.
- Door verontreiniging, jacht en sterke afname van hun leefgebied als gevolg van de Deltawerken, waren dat zo’n vijftig jaar geleden nog maar enkele tientallen exemplaren.
- Natuurlijke en nagenoeg natuurlijke bossen van inheemse soorten. Het betreft bossen met hoog opstaande bomen, met inbegrip van struiklaag, en een typische ondergroei, die aan de volgende criteria beantwoorden: zij zijn zeldzaam of restanten en/of zij vormen het leefgebied van soorten van communautair belang