Betekenis van:
bondgenootschap

bondgenootschap (het ~ | meervoud bondgenootschappen)
Zelfstandig naamwoord
  • gezamenlijke bondgenoten
"morgen vergadert het bondgenootschap"

Synoniemen

Hyperoniemen

bondgenootschap (het ~ | meervoud bondgenootschappen)
Zelfstandig naamwoord
  • bond van soevereine staten onder een centraal gezag
"een bondgenootschap sluiten/aangaan"
"het Atlantisch Bondgenootschap"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

bondgenootschap
Zelfstandig naamwoord
  • een verdrag tussen staten, zakenpartners of individuen, omwille van een gemeenschappelijk voordeel

Voorbeeldzinnen

  1. Aangezien de Gemeenschap de eerlijke verdeling van CDM-projecten steunt, onder meer door het wereldwijde bondgenootschap tegen klimaatverandering van de Commissie zoals vastgelegd in de mededeling van de Commissie van 18 september 2007 getiteld „Naar een wereldwijd bondgenootschap tegen klimaatverandering tussen de Europese Unie en de arme ontwikkelingslanden die het ergst door de klimaatverandering worden getroffen” is het passend om, ten aanzien van soorten projecten die in de periode van 2008 tot en met 2012 gebruikt konden worden in de Gemeenschapsregeling, ook zekerheid te verschaffen over de aanvaarding van kredieten van projecten die na de periode van 2008 tot en met 2012 in de MOL’s van start gaan.