Betekenis van:
buikje

buikje (het ~ | meervoud buikjes)
Zelfstandig naamwoord
  • dikke buik
"een buikje hebben"
"een buikje krijgen"

Hyperoniemen

buikje
Zelfstandig naamwoord
  • deel van de romp tussen middenrif en bekkengordel, waarin de ingewanden liggen

Synoniemen

Hyperoniemen